Indeling en consumptie
‘Koolhydraten’ is de verzamelnaam voor vele voedingsstoffen, opgebouwd uit een of meer suikermoleculen (sachariden): monosachariden, disachariden, oligosachariden en polysachariden. Een andere indeling is die tussen verteerbare en niet-verteerbare koolhydraten. De niet-verteerbare koolhydraten zijn voedingsvezels, de rest is wel verteerbaar. Mono- en disachariden worden op het etiket ook wel suikers genoemd en polysachariden zetmeel.
Tabel: indeling koolhydraten naar bronnen van zetmeel en suikers
Zetmeel (polysachariden) |
Suikers (mono- en disachariden) |
|
van nature |
met toegevoegde suikers |
|
graanproducten |
fruit (glucose, fructose) |
zoet broodbeleg (choco, confituur ...) |
aardappelen |
melk (lactose) |
snoep (chocolade, roomijs, koek, gebak ...) |
peulvruchten |
yoghurt (lactose) |
zoete dranken (frisdrank, gesuikerde melkproducten ...) |
groenten |
groenten (fructose) |
|
koek, gebak |
|
|
Consumptie koolhydraten
De aanbevolen hoeveelheid verteerbare koolhydraten geeft meestal een brede marge. De Hoge Gezondheidsraad stelt minstens 55 en% als voedingsnorm en de EFSA 45-60 en%. Hoeveel en% van de voeding precies door koolhydraten wordt geleverd, lijkt niet uit te maken voor het risico op welvaartsziekten. Dat concludeert het Deutsche Gesellschaft für Ernährung (DGE, Duitse Gezondheidsraad).
Uit de meest recente Belgische Voedselconsumptiepeiling (2022-2023) bleek dat de koolhydraataanbeveling van de Hoge Gezondheidsraad niet wordt gehaald. De gemiddelde inname vanaf 3 jaar en ouder bedraagt 43 en%. 61% van de bevolking heeft een te lage koolhydraatinname (lager dan 45 en%), terwijl slechts 0,6% een te hoge koolhydraatinname heeft (hoger dan 60 en%).
Brood is een zeer goede bron van koolhydraten. Het beste is om te kiezen voor bruin of volkorenbrood.
Consumptie suikers en zetmeel
Het grootste deel van de koolhydraatinname moet uit polysachariden bestaan. Net deze inname blijkt te laag, terwijl we te veel suikers opnemen. Gemiddeld worden slechts 24 en% polysachariden per dag gebruikt. De gebruikelijke inname van suikers (mono- en disachariden) bedraagt 19 en% voor de totale populatie. Dat is meer dan de aanbevolen bovengrens van 10 en%. Een verdere beperking tot minder dan 5 en% vrije suikers of 25 gram zou nog bijkomende gezondheidsvoordelen bieden volgens de World Health Organization (WHO).