MEDEGEFINANCIERD DOOR DE EUROPESE UNIE

DE EUROPESE UNIE STEUNT CAMPAGNES VOOR DE PROMOTIE VAN HOOGWAARDIGE LANDBOUWPRODUCTEN

Oorzaken

De belangrijkste oorzaak van overgewicht is dat we te veel eten en te weinig bewegen. Idealiter is er een balans tussen de energie die we via ons eten en drinken binnenkrijgen en de energie die we door lichamelijke inspanning weer verbranden. Ook bij kinderen is overgewicht een groot probleem geworden. Kinderen die niet ontbijten, hebben een grotere kans in de loop van de ochtend hun honger met zoetigheid of calorierijke snacks te stillen. Als ze vervolgens vele uren achter het beeldscherm zitten, verbranden ze die extra calorieën niet meer. Op latere leeftijd kunnen te dikke kinderen grote gezondheidsschade oplopen. We zijn ons wel bewust van ons overgewicht en daarom wordt er massaal gelijnd. Of je nu een paar kilo wilt afvallen of juist flink wat kwijt wilt, het is soms moeilijk de juiste manier te vinden. Vaak zijn er speciale diëten, dieetgoeroes, drankjes, pillen en een hoop geld voor nodig om wat gewicht te verliezen. Maar simpelweg onze voedselbereiding aanpassen en daarbij voedingsmiddelen kiezen die gezond zijn, veel voedingsstoffen bevatten en relatief weinig calorieën, zou al enorm helpen. Brood is zo'n product met veel gezonde voedingsstoffen en relatief weinig calorieën. Bovendien bevat brood voedingsvezels waardoor het goed verzadigt. Dat voorkomt ook dat we naar ongezond, calorierijk voedsel grijpen. Daarnaast is de huidige broodconsumptie in België te laag. Brood past daarom goed in een voeding die overgewicht moet bestrijden of voorkomen.

Broodbeleg

Niet het brood is de dikmaker, wel het beleg. Het is dan ook verstandig daarop te letten en boterhammen niet te rijkelijk te beleggen. Voor een dubbele boterham krijgt enkel beleg de voorkeur: 1 plakje, 1 eetlepel hartig smeerbaar beleg of 1 koffielepel zoet beleg. Enkel beleg betekent dat deze porties gelden voor één boterham waarop een tweede wordt gelegd. 

Ook de keuze van broodbeleg maakt een groot verschil. Er is zoet of hartig beleg, maar ook fruit of groenten kunnen dienstdoen als beleg. Bij hartig beleg denken we aan kaas, vleeswaren, vis, ei en vegetarisch broodbeleg. Afhankelijk van het soort kan hartig beleg ook veel vet, verzadigde vetten en zout bevatten. Vandaar de richtlijn om de voorkeur te geven aan magere soorten en zich aan de aanbevolen hoeveelheid te houden: één tot twee (20-40 g) plakken kaas en 100 g vlees en vleeswaren (voor vis, eieren en vegetarische vervangproducten geldt dezelfde 100 g) per dag. Door te variëren met beleg kun je binnen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden blijven. 

Zoet beleg kan worden ingedeeld in eerste keuze en tweede keuze op basis van het vetgehalte. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de vetzuursamenstelling. Producten met meer dan 1% totaal vet zijn tweedekeusproducten. Hoewel zij voor afwisseling kunnen en mogen zorgen, moet het gebruik ervan enigszins worden beperkt, ook op de boterham en vooral ook bij kinderen. Een goede afspraak is om voor de helft hartig beleg en voor de helft zoet beleg te kiezen. Het assortiment zoete toespijzen met een verlaagd suikergehalte biedt vaak maar weinig voordelen ten opzichte van de originele producten: de caloriewinst is eerder beperkt en de kostprijs vaak veel hoger. Het is dan beter om te kiezen voor vruchtenmoes of vers rijp fruit zoals stukjes banaan, zoete peer of aardbeien. Fruit kan ook meer smaak geven aan een belegde boterham. Bijvoorbeeld: stukjes perzik bij tonijn, appel bij rosbief, peer bij varkensgebraad, ananas of druiven bij kaas. Wie fruit kiest als beleg haalt ook makkelijker de aanbeveling om twee tot drie stuks fruit per dag te eten.

  • zoet broodbeleg van eerste keuze: confituur, stroop, honing
  • zoet broodbeleg van tweede keuze: choco, speculaaspasta, pindakaas, hagelslag 

Ook groenten kunnen als beleg dienen. Zo wordt de aanbeveling van 300 gram per dag ook eenvoudiger bereikt. Sla, schijfjes tomaat of kerstomaatjes, radijzen, fijngesneden kolen, waterkers, seldersnippers, rode biet en paprika passen bijvoorbeeld goed tussen twee boterhammen maar kunnen ook als bijgerecht worden gegeten in de vorm van een slaatje, een groenteterrine, een punt hartige groentetaart of als groentesoep. 

Dieet en aandoeningen
Overgewicht