Brood is de basis
Brood behoort tot de basisvoedingsmiddelen. Om de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad in praktisch advies te gieten, ontwikkelde het Vlaams Instituut Gezond Leven de voedingsdriehoek. Die vertaalt de meest actuele wetenschappelijke kennis over gezonde en milieuverantwoorde voeding en geeft voedingsrichtlijnen voor de algemene bevolking vanaf 1 jaar.
Elk voedingsmiddel op zich levert een aantal voedingsstoffen. Eén enkel voedingsmiddel levert echter nooit alle vereiste voedingsstoffen. In de voedingsdriehoek zijn er vijf groepen: vier groepen die elk bijdragen aan een evenwichtig voedingspatroon en één restgroep of toemaatje. De vier groepen die de driehoek uitmaken zijn verder onderverdeeld in 13 voedingscategorieën.
De voedingsdriehoek beeldt uit in welke mate een bepaalde voedingsgroep in de dagelijkse voeding aanwezig zou moeten zijn, van meer tot in mindere mate. De groep ‘brood, volkoren graanproducten en aardappelen', behoort tot de groep waarvan er duidelijk meer in onze voeding aanwezig mag zijn.
Hoeveel volle granen en aardappelen je best eet hangt af van je persoonlijke energiebehoefte. De Hoge Gezondheidsraad beveelt een dagelijkse hoeveelheid aan van minstens 125 gram volle graanproducten, zoals volkorenbrood, havermout, volkorenpasta en bruine rijst. Wat de Hoge Gezondheidsraad aanraadt is een minimum. Je kan dit verder aanvullen met (bij voorkeur volle) graanproducten of gekookte aardappelen. Ben je sportief of heb je een fysiek zware job? Dan heb je meer nodig.
Je eet het best volle granen of aardappelen bij elke hoofdmaaltijd. Vetrijke aardappelbereidingen zoals frieten beperk je beter tot maximaal één keer per twee weken.